top of page
Zoeken
Foto van schrijverAnoniem

De pijn van het alleen zijn.

Door Anoniem


Ik zit op de bank. Met een boek. Het is fijn stil in huis. Dan hoor ik gerommel aan de voordeur en een paar tellen later staat mijn dochter van 17 in de kamer. Ze komt terug van een verjaardagsfeestje bij familie. Haar neefje werd 3. De tweede in een rij van drie jongens. Enthousiast vertelt ze over hoe lief deze jongens zijn. En voor ik het weet laat ze op haar telefoon wat foto’s van hen zien. “Kijk dan mam, wat een schatjes hè!”


Ik kijk naar de foto’s die zonder echte waarschuwing vooraf, ineens pontificaal mijn wereld en hoofd binnen komen. Ik zie vrolijke jongetjes met bolle wangen en stralende blauwe ogen. Peuters nog. Kinderen van het soort dat automatisch een grote vertedering bij me oproepen. En zelfs meer dan dat. Want ik ken deze kinderen niet, maar ik herken ze meteen. Dit zijn duidelijk kinderen uit dezelfde familie als mijn eigen kinderen. Ik zie dezelfde gelaatstrekken en ik voel automatisch een diepe liefde voor deze jongetjes. Ze lijken op hun moeder. Van wie ik ook hou. Wat zou het makkelijk zijn als ik deze liefde niet voelde. Want met deze liefde komt Het Grote Gemis. Dit gezin is niet in mijn leven. Ik ben bij hen en de rest van de familie niet meer welkom sinds ik de klok heb geluid over mijn misbruik en kritische, heel ongemakkelijke en zeer ongewenste vragen ging stellen. Sinds ik hardop “Nee” begon te zeggen tegen het misbruik. (misbruik in hun verleden en in mijn heden).En weet je, ik begrijp het. Ik kan invoelen waarom ze kiezen voor verdringen, ontkennen, bagatelliseren. Ik snap waarom zij kiezen voor kort-door-de-bocht-redenaties, verpakt in nietszeggende oneliners, en dat zij hun denkgang vervolgens juist een grote diepgang toekennen. 


Dat klinkt bijvoorbeeld zo: “Er is overal wel wat, we moeten elkaar vasthouden, dat begrijp je toch wel lieverd?” Ik denk dat ik begrijp waarom zij zulke dingen zeggen. Maar de pijn, mijn pijn, wordt er niet minder van. Het is een fysieke pijn die zich vast lijkt te grijpen aan mijn hart en die het moeilijk maakt om rustig te blijven ademen. Ik voel me verstoten. Uit de groep gestoten omdat ik een probleem aanwijs dat anderen niet willen zien. Omdat ik zichtbaar maak dat het misbruik nog steeds gaande is. Omdat ik hun ogen zelfs eigenhandig problemen maak die er helemaal niet zouden zijn als ik er niet zou zijn. Maar ze maken een denkfout. Deze problemen worden niet door mij gemaakt, ze worden door mij zichtbaar gemaakt. Hardop uitgesproken in plaats van verzwegen en verstopt. De door mij aangewezen problemen zou niet zo zichtbaar zijn als ik er niet zou zijn en ze aan zou wijzen. En deze familie vindt dat het aanwijzen van misbruik een grotere zonde is dan misbruik begaan. 


Ik denk dat ik begrijp waarom ze langdurig en meervoudig misbruik op de automatische piloot onder het kleed vegen met zinnen als: “Het is niet aan ons daar wat van te vinden”, “Je hebt waarschijnlijk nooit duidelijk nee gezegd.” “Iedereen verdient een tweede, derde, vierde, vijfde kans.” “In ieder huwelijk is wel wat.”

Ik begrijp waarom zij wegkijken met een vanzelfsprekendheid alsof ze niet anders kunnen. Zodat ze niet aanspreekbaar zijn op het feit dat ze er voor kiezen om weg te kijken, te zwijgen en te vergoelijken.


Het herinnert me aan het feit dat mijn verhalen over misbruik van al kinds af aan nergens leken te passen. Dat mijn vragen ongepast leken. Dat ik nergens leek te passen. Nergens echt bij hoor. Mijn oerpijn is de pijn van alleen zijn. Van het moederziel alleen staan. Grondeloos eenzaam zijn. Vroeger voortdurend en als kind, tegenwoordig alleen nog af en toen inmiddels als volwassen vrouw. Maar wel met altijd weer diezelfde keuze. Een keuze die onmogelijk lijkt: Lieg ik mijn herinneringen en gevoelens weg zodat ik weer bij de rest mag horen? Of geef ik die afschuwelijke herinneringen en gruwelijke emoties bestaansrecht en probeer ik van daaruit een nieuwe manier van leven en nieuwe mensen te vinden? 

En weet je…Ik koos voor mij. Voor het troosten en het veiligstellen van het kind in mij. Eindelijk.

Jaren te laat en toch nog steeds op tijd. Ik koos voor het trouw zijn aan mijn waarheid.

Voor het opkomen voor mijzelf. Voor het gaan staan voor alles waar ik in geloof. 

Voor het vertrouwen op de kracht van liefde. Het moederziel alleen staan, bracht me ook iets. Het gaf me de tijd en de ruimte om een relatie mijn moederziel op te bouwen. Wie ben ik als ik moederziel alleen ben? Wie ben ik als moeder? Als moeder voor het kind in mijzelf. Als moeder voor mijn kinderen. Hoe ziet mijn ziel er uit?


Mijn geloof in “dat alles uiteindelijk liefde of een gebrek daaraan is” troost me altijd als ik me alleen voel staan. 

Omdat we uiteindelijk allemaal mens zijn onder mensen. Samen of alleen.

Omdat ik geloof dat bijna niemand kwaad doet om kwaad te doen. Omdat ik geloof dat mensen vaak niet beter weten of niet beter of anders willen weten.

Omdat het vaak niet echt uit te zoeken is wie ‘gelijk’ heeft. Wie de eerste zonde heeft begaan. En wie, bij misbruik, al eerste is of heeft beschadigd. Als eerste is of heeft verlaten. Het de ogen sluiten voor van misbruik in een omgeving en/of familie, wordt soms al generaties lang doorgegeven. Ik ben in de context van zo’n erfgoed misbruikt. Eerst als kind. Later in mijn huwelijk. Sommigen in de generatie na mij ondergaan hetzelfde lot, maar ik kan hun verhaal niet vertellen. Ik kan alleen verantwoordelijkheid nemen voor het doorbreken van de ongezonde familiedynamiek voor de generaties in mijn lijn. Mijn kinderen een andere weg laten ontdekken, hun eigen weg.


Ik kruip weer uit mijn hoofd en kom terug in mijn woonkamer. De foto’s verdwijnen van het scherm. “Wauw. Ja, wat een schatjes!” zeg ik. Tranen branden achter mijn ogen. De verhalen van mijn dochter gaan nog even door. Ik luister. En ondertussen leg ik mijn hand op de plek waar mijn hart zit. Sluit even mijn ogen. Adem rustig en diep in. Zo maak ik contact met mijn ziel, mijn kern. Ik wens de jongetjes en hun moeder veiligheid en liefde. Ik wens hen toe dat het voor hen werkt, de weg die zij gekozen hebben. Het verlangen dat er ooit nog een vorm van echt contact tussen ons mogelijk is blijft aanwezig. Voor nu leg ik dit verlangen heel voorzichtig te rusten op de zachtste en lichtste plek in mijn hart. 


114 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page